Kort gezegd gaat het hier om of de doelgroep wel/ niet al vergelijkbare producten afneemt. Deze manier van segmentatie kan bijvoorbeeld tot gevolg hebben dat je klanten van concurrenten probeert weg te lokken. Of je probeert mensen sowieso te interesseren voor de productcategorie. De segmenten bestaan dan dus uit mensen die al wél vergelijkbare producten kopen en mensen die nog níet vergelijkbare producten kopen.
Doelgroepen segmenteren op Domeinspecifiek niveau is meestal het meest interessant. Hiermee bepaal je namelijk hoe de doelgroep staat ten opzichte van de hele categorie (domein) van producten/ diensten waarin het merk opereert.
Voor het segmenteren op Domeinspecifiek niveau kan het nuttig zijn om te achterhalen hoe het individuele beslissingsproces plaatsvindt. Bepaal hierbij wat voor een segment de belangrijkste criteria zijn om wel/ niet te kiezen voor de producten/ diensten van een merk. Vaak is dit bijvoorbeeld ‘prijs’ en bij veel producten is een ander criterium: ‘erbij horen vs. zich onderscheiden’. Het kan zijn dat voor een ander segment ‘prijs’ geen belangrijke rol speelt in het keuzeproces; voor dit segment is bijvoorbeeld ‘milieuvriendelijkheid’ een veel belangrijker keuzecriterium.
Achterhaal of dit in jouw specifieke geval ook zo is! Dit doe je door onderzoek te doen. Onderzoek ook wat de belangrijkste concurrenten zijn in de ogen van de doelgroep en onderzoek hoe de doelgroep deze concurrenten scoort op de belangrijkste twee keuzencrieteria. Met de resultaten hiervan kun je een positioneringsmatrix maken per segment (in het voorbeeldje hiervoor zou je dus twee positioneringsmatrixen moeten maken, ieder voor een ander segment: één met de assen ‘prijs’ – ‘erbij horen vs. zich onderscheiden’; één met ‘milieuvriendelijkheid’ – ‘erbij horen vs. zich onderscheiden’). Op basis van die positioneringsmatrixen kun je bepalen wat de belangrijkste USP is waarmee het merk zich kan onderscheiden. Of je kan bepalen waar het merk naartoe zou moeten; bijvoorbeeld, weg van ‘goedkoop’ naar ‘statusverhogend’.
Domeinspecifieke variabelen
De Domeinspecifieke variabelen die Floor & Van Raaij onderscheiden zijn:
- Betrokkenheid
- Gewenste producteigenschappen en-voordelen
- Productbezit en-gebruik
- Aard van het productgebruik
- Momentconsument