In je paragraaf over afbakening beschrijf je:
Wie | Personen, afdelingen, vestigingen, afnemers etc. die onderzocht zullen worden. |
Welk | Producten, diensten, markten die onderzocht zullen worden. |
Waar | Geografische afbakening; doe je het onderzoek voor heel Nederland of voor Europa, de wereld, etc.; of beperk je je tot Almere, Flevoland, etc.? |
Wanneer | Bijvoorbeeld binnen de 20 weken dat je project duurt. |
Geef bij elk onderwerp aan: WAAROM deze afbakening?