
Interactieladder
Hoog: meebeslissen
Hoe hoger in de ladder, hoe meer het individu (consument, medewerker, etc.) kan meebeslissen over het beleid van de organisatie. Helemaal onderin de ladder wordt het individu gemanipuleerd en is helemaal machteloos, hij is volledig onderworpen aan de macht van de organisatie.
Midden: zoethouden
In het midden van de ladder heeft het individu wel het gevoel dat hij meebeslist, maar in feite gaat het hier slechts om oppervlakkige interactie: zoethoudertjes. Het individu kan op dit niveau van interactie zijn mening geven, maar het is onduidelijk of er iets mee gedaan wordt. Eventueel wordt het individu een plezier gedaan, maar de beslissingen worden genomen door de organisatie, zonder dat het individu daar werkelijk invloed op heeft.
Grofweg zijn er dus 3 niveaus van participatie:
1. Individu aan de macht | Invloed op beleid, o.a. door gemeenschappelijk maken van kennis en macht. |
2. Zoethouden | Interactie, o.a. met interactieve media. |
3. Geen interactie | Zenden, manipuleren, bijvoorbeeld via massamedia. |
Zie ook:
- Nudging
- Voorbeeld van een interactieladder: Oisterwijk (scroll naar 7 niveau’s)
Advertenties