Het ABX-model gaat over het delen van houdingen (attitudes) en meningen (opinions). Dit model is in 1953 gepubliceerd door Theodore Newcomb. Hij was een sociaal psycholoog en hij zag de omgang van mensen met elkaar als een aaneenschakeling van communicatieve daden (net zoals je communicatie kunt zien als een ‘dans’ van twee of meerdere deelnemers).
Eén communicatieve daad is het bewust of onbewust zenden van boodschappen door deelnemer A, en kan als volgt worden weergegeven: A –> . Even daarna – of tegelijkertijd – kan deelnemer B ook bewust of onbewust boodschappen uitzenden: <– B .
De X in het ABX-model is het onderwerp waarover deelnemers A en B communiceren.
Bijvoorbeeld: Gesprekje over het weer
A: Lekker weertje hè.
B: Lekker? Ik vind het maar fris!
A: Ja lekker fris, maar niet koud. Prima weer om iets buiten te doen, zoals wandelen.
Nu kan het verder gaan op verschillende manieren:
- A kan zijn houding t.o.v. het onderwerp ‘weer’ (X) veranderen. Dan zijn A en B het na dit gesprekje eens dat het koud weer is, en elke keer dat ze elkaar tegenkomen klagen ze over de kou of prijzen ze de warmte. A en B groeien zo steeds meer naar elkaar.
- B kan zijn houding t.o.v. A veranderen. Vóór het gesprekje stond hij neutraal t.o.v. A, ná het gesprekje vindt hij hem ‘die man die stoer en actief wil zijn’. B houdt vast aan zijn mening dat het koud is, maar zijn relatie met A wordt niet hechter.
- A kan zijn houding t.o.v. B veranderen. Vóór het gesprekje stond hij neutraal t.o.v. B, ná het gesprekje vindt hij hem ‘die man die het snel koud heeft’. A houdt vast aan zijn mening dat het lekker weer is, maar zijn relatie met B wordt niet hechter.
Hoe het ook verder gaat, A en B zorgen voor een balans tussen hun houding t.o.v. het onderwerp X en hun houding t.o.v. de andere deelnemer. De deelnemers zijn dus tegelijkertijd georiënteerd op het onderwerp (X) en op elkaar (A en B). Dit wordt co-oriëntatie genoemd.
Er zijn nu vier oriëntaties in het ABX-model:
- Wat A denkt over/ voelt voor X.
- Wat B denkt over/ voelt voor X.
- Wat A denkt over/ voelt voor B.
- Wat B denkt over/ voelt voor A.
Newcomb stelt dat meningen worden gevormd vanuit emoties en feitelijke kennis over het onderwerp en over elkaar.
[…] ABX-model […]
[…] is het kernwoord. Mensen geloven vooral wat ze horen van andere mensen die ze kennen en vertrouwen. Mensen geven nu zelf betekenis aan wat ze ervaren, daar hebben ze geen merk of autoriteit meer voor nodig. Als […]
[…] Communicatiemensen denken vaak ook in teksten en beelden, en minder in cijfers. Met tekst en beeld (content) maken zij een verhaal waar verschillende mensen zich achter scharen. […]