De belangrijkste onderdelen van de huisstijl zijn volgens Michels:

1. naam/ logo
2. kleurgebruik
3. typografie
4. beeldgebruik (Michels, 2013, p50)

Hierna zal ik deze huisstijlelementen toelichten.

Naam/ Logo

Naam en logo moeten enerzijds iets zeggen over de identiteit van de organisatie, maar anderzijds moeten ze onderscheidend zijn ten opzichte van de concurrentie. Bijvoorbeeld een bakker die zijn bedrijf ‘Bakker’ noemt, geeft heel duidelijk uiting aan zijn identiteit, maar is niet erg onderscheidend. Voor het onderscheid wordt er daarom iets aan de naam toegevoegd: Bakker Bart, Bakker Kees, Biologische Bakker Den Aar, etc.

Het lettertype waarmee de naam op de gevel etc. wordt gezet geeft een bepaalde sfeer en associatie aan de naam. Een sierlijke letter zal een traditionele indruk wekken, het tegenovergestelde van een moderne schreefloze letter.

Een naam blijft hangen in het geheugen van de ontvanger, maar een beeld blijft vaak nog veel beter hangen. Daarom voegen organisaties meestal een logo of beeldmerk toe.

Kleurgebruik

Als je een naam en of logo print of kopieert, dan is dit het makkelijkst in zwart-wit. Maar op een gevel, op auto’s etc. zijn andere kleuren vaak net zo makkelijk, maar ook printen en kopiëren kan natuurlijk in kleur.

Enerzijds roepen kleuren bij de ontvanger een sfeer en associaties op. Anderzijds kan de organisatie iets over haar eigen identiteit vertellen d.m.v. kleuren. Bovendien zijn er bepaalde codes voor het kleurgebruik van productcategorieën. Michels komt nu op de volgende indeling van waarden die kleuren hebben (Michels, 2013, p54):

• Symbolische waarde: welke betekenis een kleur heeft binnen een cultuur.
• Emotionele waarde: welke associaties een kleur oproept bij de individuele ontvanger.
• Signaalwaarde: bijvoorbeeld rood voor karnemelk, lichtblauw voor magere melk en donker blauw voor volle melk.

Symbolische waarde van kleuren in Europa

• Rood: agressief, warm, gevaar, vurig.
• Oranje: opwekkend, feestelijk.
• Geel: feestelijk, zonnig, dynamisch.
• Groen: verfrissend, veilig, rust, natuur.
• Blauw: koel, rustig, open, vrij.
• Zwart: somber, triest, stijlvol.
• Grijs: sober, neutraal, rustig, technisch.
• Wit: rein, vreugde, zuiver, open.

Typografie

Het lettertype waarmee de naam van de organisatie wordt geschreven geeft een bepaalde indruk, maar het lettertype waarmee al de andere teksten worden geschreven, gedrukt etc. maakt óók een bepaalde indruk.

Je kan dus onderzoeken welke indruk lettertype etc. maken op de ontvangers.

Beeldgebruik

Ook de foto’s en andere beelden die de organisatie gebruikt roepen een bepaalde indruk op. Sterker nog, beelden maken vaak de grootste indruk op mensen.

Onderzoek naar welke indruk een beeld oproept

• Vraag aan de doelgroep welke indruk een beeld maakt op hen. (outside-in)
• Semiotische analyse onderzoeken welke betekenis beelden hebben. (inside-out)