Theorie – Deelvraag – Interviewvraag / Enquêtevraag

Je komt makkelijk op gang met het ontwikkelen van een enquête door het lezen van: Enquêtevragen voorbereiden.

Lees hieronder:

  • Hoe kun je bepalen of je de goede enquêtevragen hebt?
  • Overzicht: Deelvragen – Enquêtevragen
  • Hoe bedenk je goede Deelvragen?
  • Let op de volgorde van de vragen in je enquête
  • Pre-testen
  • Overzicht: Deelvragen – Theorie – Enquêtevragen
  • Theorie bij Operationaliseren en bij bedenken van Deelvragen
  • Overzicht: Kapstok, Deelvragen, Operationalisering, Enquêtevragen
  • Lees ook op Communicatie KC

Hoe kun je bepalen of je de goede enquêtevragen hebt?

Dit doe je door te kijken of je met je enquêtevragen (dit is een meetinstrument) al je deelvragen kunt beantwoorden.

Maak hiervoor bijvoorbeeld het volgende overzicht:

Overzicht: Deelvragen – Enquêtevragen

Deelvragen Enquêtevragen aan klanten Enquêtevragen aan prospects
1 Welke afzender kan het best gebruikt worden?    
2 Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de doelgroepen?    
3 Welke boodschap zal elk van de doelgroepen motiveren tot actie?    
4 Welke middelen kunnen het best op welke touchpoints worden ingezet?    

Zo zie je meteen of je er ‘witte vlekken’ in je enquête zitten: dingen die je zou moeten vragen, maar waarover je nog geen vraag in je enquête hebt staan. Check ook of je niet twee keer naar hetzelfde vraagt.

Hoe bedenk je goede Deelvragen?

Je deelvragen zou je moeten concluderen uit je Theoretisch Kader. Voor het ontwikkelen van een Theoretisch Kader kun je beginnen bij het einde: het advies dat je gaat geven. In het algemeen is dit advies een Communicatieplan; bedenk dus wat er in een Communicatieplan moet.

Concludeer hieruit welke informatie je nodig hebt over de huidige situatie en welke informatie over de gewenste situatie. Die informatie kun je vinden door antwoord te geven op deelvragen.

Formuleer dus deelvragen waarop het antwoord de informatie is die je nodig hebt. Voorbeelden van deelvragen kun je vinden in het artikel over het Communicatieplan.

Let op de volgorde van de vragen in je enquête:

  • Begin in principe breed en spits steeds meer toe op het onderwerp van de enquête.
  • Zorg ervoor dat het beantwoorden van de ene vraag geen invloed heeft op het beantwoorden van de volgende vraag.

Pre-testen

Het is aan te raden om je enquête eerst te pre-testen bij ca. 10 mensen en aan hen te vragen wat ze van de enquête vonden, of ze de vragen begrepen en of ze hetzelfde begrepen als wat jij bedoelde.

Overzicht: Deelvragen – Theorie – Enquêtevragen

DeelvragenTheorie. Model. Concept
Enquêtevragen
1 Welke afzender kan het best gebruikt worden? Outside-in: Rollen in het Beslissingsproces.
– Aan wie vraagt u informatie als u op zoek bent naar X?
– Wie heeft de laatste keer aangeraden om X te kopen?
– …
2 …

Theorie bij Operationaliseren en bij bedenken van Deelvragen

In het voorgaande overzicht zijn theorieën, modellen en concepten gebruikt om de deelvragen concreter te maken. De deelvragen worden zo vertaald naar direct meetbare zaken. Je kunt tenslotte meten wat een respondent heeft geantwoord op een vraag en je kunt meten hoeveel respondenten een bepaald antwoord hebben gegeven – en hoe deze antwoorden met elkaar samenhangen etc. Dit vertalen naar meetbare zaken is Operationaliseren.

De deelvragen kun je op twee manieren bedenken:

  1. “Uit je mouw schudden.”
  2. Baseren op theorie.

De eerste manier komt het meeste voor. Vaak overleg je dan met anderen of zij het goede vragen vinden en op een gegeven moment besluit je dat dit de deelvragen moeten worden. Dit gaat meestal goed, maar soms blijkt achteraf dat je niet de juiste deelvragen hebt beantwoord om een goed advies te kunnen geven. Je mist bijvoorbeeld informatie, of je hebt informatie verzameld waaraan je eigenlijk niet zo veel hebt.

Dit levert extra werk op doordat je aanvullend onderzoek moet doen, of doordat blijkt dat je tijd hebt besteed aan het verkeerde onderzoek.

Als je de vragen “uit je mouw schudt” dan komen ze toch wel érgens vandaan. In je achterhoofd heb je namelijk ideeën waardoor je denkt dat dit wel goede vragen zouden kunnen zijn. Die “ideeën in je achterhoofd” zijn eigenlijk jouw Theoretisch Kader. Dit is de “bril” waardoor jij naar het probleem kijkt.

De tweede manier is moeilijker, maar als het je lukt, is het beter. De “ideeën in je achterhoofd” vormen namelijk jouw impliciete Theoretisch Kader: je gebruikt een Theoretisch Kader, maar je bent je er niet bewust van. Maak nu je Theoretisch Kader expliciet: leg de theorieën, modellen en concepten uit die jou relevant lijken om de probleemsituatie mee te analyseren. Concludeer vervolgens welke informatie je nodig hebt. Deze informatiebehoefte vertaal je naar deelvragen.

Bijvoorbeeld: je advies bestaat meestal uit een communicatieplan, zoals een marketingcommunicatieplan of een free publicity plan. Zoek op wat er in zo’n plan moet: welke onderdelen moeten er in. De deelvragen in de voorgaande overzichten zijn bijvoorbeeld gebaseerd op het verbale communicatiemodel van Lasswell.

Zodoende wordt het model van Lasswell een ‘kapstokmodel‘. Vervolgens gebruik je andere theorieën, modellen en concepten om de deelvragen te operationaliseren (zie hiervóór). Zo hang je deze theorieën, modellen en concepten als het ware aan dit ‘kapstokmodel’.

Vanuit je Theoretisch Kader kun je deelvragen concluderen; zo worden de deelvragen onderbouwd en kun je verdedigen WAAROM je jouw tijd – én die van respondenten – moet besteden aan het beantwoorden ervan d.m.v. onderzoek. De deelvragen operationaliseer je naar interviewvragen, enquêtevragen etc.

Een overzichtje zoals hieronder maakt het voor de lezer van je onderzoeksrapport duidelijk waarom een bepaalde enquêtevraag, interviewvraag of zoekvraag belangrijk is, dus waarom jij en de respondent daaraan tijd moeten besteden. Bovendien is het zo duidelijk of je wel de juiste vragen stelt om te onderzoeken wat je wilt onderzoeken; ofwel dit draagt bij aan de validiteit van je onderzoek.

Overzicht: Kapstok, Deelvragen, Operationalisering, Enquêtevragen

Kapstoktheorie, -model, -conceptDeelvragenTheorie, model, concept voor Operationalisatie
Enquêtevragen / Interviewvragen / Zoekvragen
Lasswell’s verbale communicatiemodel
1 Welke afzender kan het best gebruikt worden? Outside-in: Rollen in het Beslissingsproces.– Aan wie vraagt u informatie als u op zoek bent naar X?
– Wie heeft de laatste keer aangeraden om X te kopen?
2 …

Lees ook op Communicatie KC

Eén reactie

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.