Zet in je Theoretisch Kader het volgende:
- Beschrijving van de belangrijkste theoretische begrippen.
- Beschrijf in ieder geval de begrippen die vóórkomen in de centrale vraagstelling / probleemstelling.
- Beschrijf alleen begrippen waarvan je theorieën, modellen of concepten kunt vinden, en beschrijf deze theorieën, modellen of concepten (dit beschrijven kan bijvoorbeeld verderop in je theoretisch kader). Het gaat hier ook over bijvoorbeeld doelgroep, communicatieplan, etc., want er zijn diverse modellen om deze begrippen te beschrijven.
- Algemene begrippen – zoals Facebook – beschrijf je niet in je Theoretisch Kader. Eventueel kun je deze begrippen beschrijven in een Begrippenlijst.
- Beschrijf in je Theoretisch Kader ook niet het product, het bedrijf of onderwerp van je onderzoek. Deze begrippen beschrijf je bijvoorbeeld wel in een inleidend hoofdstuk van je rapport.
- Beschrijving van wat je verstaat onder communicatie, dit is namelijk een heel algemeen begrip en wordt meestal door veel betrokkenen bij je project verschillend opgevat.
- Leg uit of de actie-visie relevant is en waarom.
- Leg uit of de interactie-visie relevant is en waarom.
- Leg uit of het relevant is om communicatie te zien als ‘gemeenschappelijk maken‘ en waarom.
- Je kunt hierbij bijvoorbeeld gebruik maken van de piramide van communicatiemodellen.
- Beschrijving van wat je verstaat onder operationeel, tactisch en strategisch niveau van communicatie en welke niveaus relevant zijn voor het oplossen van jouw communicatieprobleem.
- Beschrijving van theorieën, modellen en concepten die specifiek gaan over de manier waarop je het probleem wilt gaan oplossen. Bijvoorbeeld over: Free Publicity, Marketingcommunicatie, Interne Communicatie, Branding, Employer Branding, etc. Leg uit waarom deze belangrijk zijn.
- Beschrijving van aanvullende theorieën, modellen en concepten die je specifiek voor deze situatie wilt gebruiken. Bijvoorbeeld: Elaboration Likelihood Model (ELM), Loyalty, Uses and Gratifications, etc. Leg uit waarom deze belangrijk zijn.
- Uitleg van de samenhang van de begrippen en de relatie met het oplossen van het probleem. Leg bijvoorbeeld uit hoe de boodschap invloed heeft op de kennis, houding en gedrag van de ontvanger en dat dit gedrag de verkoopaantallen en daarmee winst en marktaandeel omhoog stuwt en dat hierdoor het behalen van de marketing- en organisatiedoelen dichterbij komt.
- Gebruik hiervoor modellen, theorieën en concepten uit bronnen met autoriteit.
- Eventueel kun je de samenhang weergeven d.m.v. een conceptueel model.
- Illustreer de modellen met een plaatje dat het model weergeeft.
- Vaak is het handig om na elke theorie, elk model, of concept te concluderen welke informatie je nodig hebt; vat dit samen in deelvragen. (Zo is meteen duidelijk waar je deelvragen vandaan komen, dus zijn je deelvragen goed onderbouwd.)
- Het is aan te bevelen om een ‘kapstok theorie‘ te gebruiken. Dit is een theorie, concept of model waaraan je andere theorieën, concepten en modellen kunt ophangen. Voorbeelden hiervan zijn: GAP-analyse, Campagne & Branding Plan, Communicatiecanvas, Strategisch Communicatie Frame, etc. Let er op dat je Theoretisch Kader over communicatie moet gaan, en niet over bijvoorbeeld marketing, het is dan ook niet aan te raden om een marketingplan als kapstok te gebruiken.
[…] Wat staat er in je Theoretisch Kader? […]