Om maximaal het gedrag van een doelgroep te beïnvloeden met behulp van alleen communicatie, kun je het best zoveel mogelijk kanalen inzetten, want daarmee kun je de ervaring van de ontvanger vergroten. Door de ervaring beïnvloed je namelijk zijn houding en die beïnvloedt het gedrag.

Voor een maximale ervaring laat je de ontvanger niet één keer even iets ervaren, maar laat je hem een proces doormaken; neem de ontvanger bijvoorbeeld mee door de hele Communication Funnel en optimaliseer alle Touchpoints. (Pine & Gilmore spreken in dit verband van een onvergetelijk ervaring: de ontvanger verandert en is dus zélf het product.)

Wil je gedrag beïnvloeden met alleen communicatie? Dan kun je niet belonen of straffen met bijvoorbeeld geld of cadeaus. Het enige dat je kunt gebruiken is content. Daarbij moet je media inzetten om die content bij de ontvanger te krijgen.

Content wordt meestal opgevat als tekst & beeld. Maar je kunt content ook heel breed opvatten als alle kanalen waarmee zintuigen zijn te bespelen, en waarmee een merk een boodschap uitzendt, online en offline, bewust en onbewust. (Zie: Totale Content en de Creatieve Industrie.)

Kanaal binnen de Content	Toepassing door Merk
Tekst	– Merknaam – Slogan – Teksten op site, in advertenties, folders, jaarverslag, etc.
Beeld: 2D – Grafische vormgeving – Film	– Logo – Huisstijl-elementen – Visual Identity – Vormgeving van site, advertenties, folders, jaarverslag, etc. – Commercial, bedrijfsfilm, etc.
Beeld: 3D – Product Design – Architectuur	– Product Design – Architectuur van gebouwen – Interieurontwerp van winkels, kantoren, etc.
Beeld: 4D – Tijd	– Routing door winkel, gebouw etc. – Offline Customer Journey – Online Customer Journey
Geluid	– Herkenningstune – Muziek in film, commercial, etc. – Geluiden die producten maken bij indrukken van knoppen, openen van deuren, etc.
Interactie	– Verschillende niveaus van interactie. Zie Interactieladder.
Geur	– Geur van nieuw product. – Geur in winkel, kantoor, etc.
Tast	– Hoe het oppervlak aanvoelt van een product, papier, etc.
Gewicht	– Gewicht van Product. (Een zwaar product, zwaar papier wordt meestal ervaren als kwalitatief beter.)
Context	– Context waarin de content wordt gepresenteerd. Zie: Context Creëren. – Context die de ontvanger zelf meeneemt (voorgaande ervaringen, culturele achtergrond etc.). Zie: Het Perceptieproces.