Communicatie

Geplaatst: 04 april 2014, laatst bijgewerkt: 21 juli 2021. Auteur: Harry Smals

Communicatie: Informatie delen.

Communicatie als vak gaat in de praktijk vooral over media, content, schrijven en positionering. Daarnaast is er een verschil tussen ‘Communicatieve Vaardigheden’ en ‘communicatie van de Organisatie‘.

Twee opvattingen over communicatie

‘Informatie delen’ kun je op twee manieren opvatten:

Informatie zenden, waardoor iemand anders (of ‘iets anders’) ook over deze informatie beschikt. (‘Iets anders’ kan een organisatie zijn of een machine.) Bijvoorbeeld: je vertelt wat je hebt meegemaakt of wat jouw mening is; de ontvanger weet dan wat je hebt gezegd. Dit kan ook met behulp van een campagne of een communicatiemiddel.
Informatie gemeenschappelijk maken. Bijvoorbeeld: mensen die langer met elkaar omgaan gaan meer op elkaar lijken, gaan ervaringen delen en normen en waarden. Vandaar dat het organiseren van evenementen en Interne Communicatie belangrijk zijn. Maar denk ook aan het delen en samen werken aan digitale documenten.

Meer over deze twee opvattingen over communicatie:

Actie, Interactie en Gemeenschappelijk Maken.
Communicatie is het scheppen van gemeenschappelijke betekenis. – prof. dr. Gisela Redeker
Communicatio en Communicare – prof. dr. W De Moor
Communiceren ‘aan’ of ‘met’
Piramide van Communicatiemodellen

Op deze pagina verder:

Modellen over ‘Informatie zenden’
Modellen over ‘Informatie gemeenschappelijk maken’
Specialisaties in Communicatie
Lees ook op Communicatie KC
Communicatietheorieën Overzicht
What is communication (MOOC of UvA)

Modellen over ‘Informatie zenden’

Als je informatie zendt, dan ben je een zender. Bij de modellen over communicatie als ‘informatie zenden’ is er dan ook altijd een zender:

Modellen over ‘Informatie gemeenschappelijk maken’

Als je samen aan een document werkt of als je samen dingen meemaakt, dan is niet iemand de ‘zender’ of de ‘ontvanger’. Dan ben je allebei ‘deelnemer’. Communicatie wordt dan een soort dans of spel van deelnemers A & B. (Vaak zijn er meerdere deelnemers: A, B, C, D, etc.). Bijbehorende modellen: