Strategisch Communicatieplan, Contentplan & Brand Strategy

Een Communicatieplan en een Contentplan zijn plannen voor een project waarmee binnen een bepaalde tijd meetbare communicatie-effecten moeten worden bereikt. Een Brand Strategy is gericht op effecten op de langere termijn, het gaat hierbij vooral over merkentrouw (loyaliteit), het onderhouden van langdurige interne en externe emotionele relaties.

Die effecten moeten bijdragen aan het beleid op Strategisch & Organisatie Niveau. Daarom moet je dit beleid analyseren. Voor je analyse heb je informatie nodig. Die informatie krijg je door Onderzoek te doen. Het Strategisch Communicatieplan omvat het geheel van Analyse en Onderzoek, leidend tot een Advies in de vorm van een Communicatieplan, Contentplan en / of Brand Strategy.

Beleid is wat de organisatie / het bedrijf / het merk feitelijk doet. Dit moet je analyseren omdat ze hiermee boodschappen uitzendt en je Communicatieplan moet hierbij passen.

Het belangrijkste van je Communicatieplan is de Communicatiestrategie met daarin het Creatief Concept.

Meteen beginnen? Klik door naar Communicatieplan.

Communicatieplan

Rapport schrijven? Klik door naar Rapport Schrijven.

Lees hieronder:

  • Onderzoek met je Advies voor ogen
  • Vooronderzoek: Probleemanalyse
  • 1 Strategische & Organisatorische Uitgangspunten Analyseren in je Vooronderzoek
    • Algemene Uitgangspunten
    • Missie, Visie, Kernwaarden en Organisatiedoelstellingen
    • Organisatiestrategie
    • Gewenste Organisatie Identiteit
  • 2 Interne Analyse in je Vooronderzoek
    • Micro omgeving
    • Mogelijke Afzenders waarover de Organisatie beschikt
    • Visuele Identiteit
    • Gewenste Merk Identiteit
    • Voorbereiden op Gap-analyse
    • Interne Ontwikkelingen
  • 3 Externe Analyse in je Vooronderzoek
    • Macro omgeving
    • Meso omgeving
    • Gewenste Positionering
    • Marktontwikkelingen of Branche-ontwikkelingen
  • 4 Confronteren in je Vooronderzoek
    • Sterkten & Zwakten, Kansen & Bedreigingen
    • SWOT confrontatiematrix
    • Probleemomschrijving
    • Probleemstelling
    • Deelvragen
    • Afbakening
  • Hoofdonderzoek: outside-in & bottom-up
  • 1 Strategische & Organisatorische Uitgangspunten Analyseren in je Hoofdonderzoek
    • Analyses voor Missie, Visie & Kernwaarden
    • Verbeterde Missie, Visie & Kernwaarden
  • 2 Interne Analyse in Hoofdonderzoek.
    • Bedrijfscultuur / Organisatiecultuur
  • 3 Externe Analyse in Hoofdonderzoek: aanvullen met blik vanuit de Doelgroep.
    • Meso omgeving
    • Image
  • 4 Confronteren in Hoofdonderzoek
  • Creatieve Fase
  • 5 Strategische Opties bepalen
  • 6 Plan en Strategie voor Communicatie, Content & Branding
  • Planning van de Uitvoering
  • 7 Implementatieplan maken
  • Onderzoekrapport & Advies

Strategisch Communicatieplan

Vooronderzoek: Probleemanalyse

1 Strategische & Organisatorische Uitgangspunten Analyseren

2 Interne Analyse

3 Externe Analyse

4 Confronteren

Hoofdonderzoek: outside-in & bottom-up

5 Strategische Opties bepalen

Strategisch Niveau

Creatieve Fase

6 Plan en Strategie voor Communicatie, Content & Branding

Tactisch Niveau

Planning van de Uitvoering

7 Implementatieplan maken

Operationeel Niveau

Onderzoek met je Advies voor ogen

Je Onderzoek is gericht op het Advies dat je gaat geven. Met je Onderzoek verzamel je namelijk informatie en die informatie verwerk je op een creatieve manier in een Communicatie-, Content- en / of Brandingplan. Denk daarom alvast na over:

Je Advies is een Communicatie- Content- en / of Brandingplan. In je Communicatieplan geef je antwoord op de vraag in Lasswell’s verbale communicatiemodel.

Lasswell’s verbale Communicatiemodel

Deelvragen gebaseerd op het model van Lasswell.

Vooronderzoek: Probleemanalyse

Je Vooronderzoek bestaat uit deskresearch en interviews met je opdrachtgever. Je zoekt in je Vooronderzoek o.a. naar het waarom van je plan: waarom is er een probleem/ motivatie bij de opdrachtgever & waarom kunnen communicatie, content of branding hiervoor een oplossing bieden?

We spreken in dit verband meestal over een ‘Probleem‘ echter, vaak is er niet echt een probleem, maar is er eerder sprake van een motivatie. Beantwoord de volgende vraag:

  • Wat is volgens de opdrachtgever het organisatieprobleem op het moment dat je aan je onderzoek begint?

Het organisatieprobleem beschrijft in één zin:

Als de organisatie niets verandert dan:

  • Behaalt de organisatie niet de gewenste winst/ maatschappelijke impact/ genoeg goede medewerkers/ etc.
  • Kan ze niet goed functioneren of moet zelfs stoppen.

LET OP: Naar aanleiding van jouw analyses – zie hieronder Elementen 1, 2, 3, 4 – zul je na het Vooronderzoek concluderen wat volgens jou het organisatieprobleem is dat je met communicatie kunt oplossen.

Maak een goede indruk op je opdrachtgever met directe verbeter-tips:

1 Offline verbeter-tips. Jouw ervaringen als bezoeker:

  • Was het gebouw makkelijk te vinden?
  • Wat kan beter aan de vindbaarheid?
  • Welke indruk wekt het gebouw?
  • Past deze indruk bij wat het bedrijf wil uitstralen?
  • Zie: Quickscan Vindbaarheid en Publicity.

2 Online verbeter-tips; pas toe: Vuistregels voor een SEO-vriendelijke site

1. Organisatorische & Strategische Uitgangspunten Analyseren in je Vooronderzoek.

Algemene uitgangspunten

  • Welke werkzaamheden worden door het bedrijf in welke branche uitgevoerd?
  • Hoe is het bedrijf georganiseerd?
  • Informatie over de communicatieafdeling, zoals:
    • aantal medewerkers,
    • taken,
    • werkzaamheden,
    • relatie met andere communicatieafdelingen van het bedrijf,
    • relatie met andere afdelingen (zoals marketing, HRM, etc.
    • plaats in de organisatie,
    • staf- of lijnfunctie,
    • expertises die de communicatie-afdeling in huis heeft.
    • Etc.

Missie, Visie & Kernwaarden en Organisatiedoelstellingen

  • Visie : Hoe we de wereld/ de maatschappij/ de markt zien.
  • Missie : Welke rol/ taak we voor ons zien in deze wereld/ maatschappij /markt: Waarom we bestaan.
  • Kernwaarden/ Gemeenschappelijke Vertrekpunten : Waarin we geloven. / Woorden die de kernwaarden van een organisatie op communicatiegebied samenvatten.
  • Organisatiedoelstellingen: beschrijf in ieder geval de Communicatiedoelstellingen voor de komende jaren.

Geef ook altijd de bron waaruit je de informatie hebt, want wat de organisatie op bijvoorbeeld de site zet kan anders zijn dan wat in het jaarverslag etc. staat, bovendien kunnen missie en visie veranderen.

Organisatiestrategie

Organisatiestrategie: koers die de organisatie als geheel aanhoudt.

Bij  Organisatiestrategie  gaat het om:

  • Hoe zet de organisatie / het bedrijf middelen in?
  • Welke effecten bereikt de organisatie / het bedrijf met het inzetten van deze middelen?
  • Middelen zijn bijvoorbeeld:
    • materiaal dat wordt ingekocht
    • mensen (human resource)
    • machines
    • geld.
  • Analyseer of de organisatiestrategie past bij de boodschap die het bedrijf /de organisatie bewust en onbewust wil uitzenden.
  • Past de organisatiestrategie bij haar missie?
  • Past het korte termijnbeleid bij het lange termijnbeleid?

Gewenste Organisatie Identiteit

Concludeer uit het voorgaande welke boodschap/ verhaal de organisatie/ het bedrijf bewust wil uitzenden over zichzelf.

De Boodschap kun je formuleren als:

  • “Wij van ‘Organisatie X’ vinden Y belangrijk.”

Vraag de opdrachtgever:

  • Zijn de middelen:
    • in eigen bezit,
    • in vaste dienst,
    • ingehuurd,
    • geleend?
  • In welke mate is er sprake van:
    • inspraak,
    • co-creatie, etc.
  • Welke effecten bereikt de organisatie / het bedrijf met het inzetten van de middelen? Denk bijvoorbeeld aan o.a.:
    • winst,
    • maatschappelijke impact,
    • plezier,
    • etc.
  • Welke effecten wil de organisatie / het bedrijf bereiken met het inzetten van de middelen?

Concludeer hieruit:

  • Wat zegt dit over de organisatie
  • Hoe verantwoord gaat ze om met deze middelen?
  • Is dit duurzaam, of is er sprake van roofbouw?
  • Welke boodschap zendt de organisatie hiermee uit, bewust en onbewust?

2. Interne Analyse in Vooronderzoek.

Micro Omgeving

De Interne Analyse gaat over de Micro Omgeving van de organisatie/ het bedrijf in het algemeen. Beschrijf bij de Interne Analyse:

Mogelijke Afzenders waarover de organisatie beschikt

Geef een inventarisatie van merken en andere afzenders die de organisatie zou kunnen gebruiken. Denk hierbij aan:

Geef in je rapport:

  • Illustraties van de logo’s en merknamen die gebruikt worden, door je opdrachtgever.
  • Voorbeelden van merken van andere bedrijven die als endorser worden gebruikt, door jullie opdrachtgever.
  • Voorbeelden van personen die als endorser worden gebruikt, door jullie opdrachtgever.

Visuele Identiteit

Verzamel middelen waarmee het merk zich richt op de doelgroep en analyseer welke boodschappen ze hiermee bewust en onbewust uitzendt, verbaal en visueel.

Gewenste Merk Identiteit

De Boodschap die je straks in je Communicatieplan gaat adviseren, moet passen bij de positionering van de organisatie, het bedrijf en/of het merk. Concludeer daauit het voorgaande welke boodschap/ verhaal het merk bewust en onbewust wil uitzenden over zichzelf.

De Boodschap kun je formuleren als:

  • “‘Merk X’ vindt Y belangrijk.”

Voorbereiden op Gap-analyse

‘Y’: wat ‘Merk X’ belangrijk vindt, kan bestaan uit diverse onderwerpen. Zet deze onderwerpen onder elkaar. Dit is een voorbereiding op de Gap-analyse, in je Hoofdonderzoek.

Interne ontwikkelingen

  • Wat is er veranderd binnen het bedrijf / de organisatie, dat geleid heeft tot het urgent(er) worden van deze opdracht? Ofwel:
  • Welke recente interne ontwikkelingen zijn belangrijk voor de opdracht?

3. Externe Analyse in Vooronderzoek

Beschrijf bij de Externe Analyse, de Macro Omgeving en Meso Omgeving:

Macro Omgeving

Bij de Macro Omgeving gaat het om Maatschappelijke Ontwikkelingen. Analyseer het volgende:

  • DESTEP → bij elk van de maatschappelijke ontwikkelingen welke kansen & bedreigingen voor het merk er voortkomen uit deze ontwikkelingen.
  • Relevante ontwikkelingen in de communicatie. → concludeer bij elk van deze ontwikkelingen in de communicatie welke kansen & bedreigingen voor het merk hieruit voortkomen.

Denk na over:

  • Wat is er veranderd in de omgeving van het bedrijf / de organisatie, dat geleid heeft tot het urgent(er) worden van deze opdracht? Ofwel:
  • Welke recente externe ontwikkelingen zijn belangrijk voor de opdracht?

Meso Omgeving

Bij de Meso Omgeving gaat het om ontwikkelingen in de directe omgeving van de organisatie. Analyseer het volgende:

  • Krachtenveldanalyse → welke stakeholders en intermediairs kunnen helpen bij het behalen van organisatiedoelen/ communicatiedoelen?
  • Inventariseer wie de directe concurrenten zijn van het merk/ onderwerp waarover je communicatiecampagne zal gaan. Inventariseer ook indirecte concurrenten en producten, diensten en bezigheden die concurreren om het budget van de doelgroep en/ of zijn tijd en/ of zijn aandacht. Vraag je af: Hoe kan de doelgroep in zijn behoefte voorzien? (Iemand kan zijn euro maar 1x uitgeven, zijn tijd maar 1x besteden, zijn aandacht maar aan één ding tegelijk besteden.)

Het Image dat een doelgroep heeft van het merk / het bedrijf / de organisatie en haar producten en diensten is belangrijk voor de Externe Analyse van de Meso Omgeving. Dit Image onderzoek je echter pas in het Hoofdonderzoek, zie verderop.

Gewenste Positionering

Je opdrachtgever werkt bewust of onbewust aan het verkrijgen van een breinpositie: de Gewenste Positionering. Breng dit als volgt in kaart:

Het voorgaande is relevant voor profit en voor non-profit organisaties. Pas de volgende bullets alleen toe als ze je verder brengen bij het in kaart brengen van het communicatie-probleem. De volgende bullets kunnen eventueel belangrijk zijn voor profit-bedrijven, maar niet voor non-profit organisaties.

Marktontwikkelingen of Brancheontwikkelingen. 

  • 5 krachtenmodel van Porter → wat zijn de kansen & bedreigingen die je kan concluderen bij elk van de vijf krachten? (Dit is belangrijk voor een marketingplan, maar niet altijd voor een communicatieplan.)
  • ABCD-analyse
Positioneringsmatrix, inside-out.

4. Confrontatie in Vooronderzoek: SWOT-analyse & Probleemstelling

Sterkten & Zwakten, Kansen & Bedreigingen

Vat de Interne Analyse en de Externe Analyse samen in Sterkten & Zwakten, Kansen & Bedreigingen.

  • Sterkten en zwakten zijn positieve en negatieve punten waarop de organisatie zelf invloed kan uitoefenen.
  • Kansen en bedreigingen zijn positieve en negatieve punten waarop de organisatie zelf géén invloed kan uitoefenen.

SWOT confrontatie-matrix

Confronteer de Sterkten, Zwakten, Kansen en Bedreigingen in de SWOT-matrix.

  • Vul de cellen van de SWOT confrontatie-matrix in met mogelijke oplossingsrichtingen.
  • Gebruik hiervoor oplossingen die je met communicatie kunt bieden.
  • Het gaat dus om het overbrengen van de juiste boodschap / het juiste verhaal aan de juiste doelgroep, en / of het inzetten van de juiste communicatiemiddelen.
  • Denk hierbij ook aan de boodschap / het verhaal dat de organisatie / het merk als geheel wil uitzenden: de Gewenste Organisatie Identiteit, of de Gewenste Merk Identiteit. (Zie hiervóór.)

Probleemomschrijving

Denk na over ‘het probleem achter het probleem’. Vaak geeft de opdrachtgever namelijk al een soort oplossing, zoals:

  • ‘we willen meer jongeren aanspreken’,
  • ‘we willen meer volgers op social media’,
  • ‘we willen meer aandacht voor X’.

Vraag je dan af: Waarom willen ze dit? Welk probleem zit hierachter?

Probleemstelling

Kijk nog eens naar het organisatieprobleem dat je hiervóór hebt geformuleerd.

Kijk nog een snaar de SWOT-confrontatie-matrix en leg uit hoe je straks met je communicatie-advies kunt helpen om het organisatieprobleem op te lossen. Bijvoorbeeld:

  • Als het organisatieprobleem is dat het bedrijf te weinig winst maakt, dan kan communicatie helpen doordat het meer mensen aanzet om producten te kopen en/ of door mensen meer te laten betalen voor een product.

In je communicatie-advies vertel je dan:

  • Hoe kan het bedrijf ervoor zorgen dat meer mensen van het product hebben gehoord (Kennis) en ervan houden (Houding).

Formuleer vervolgens een communicatieprobleem. In je communicatie-advies geef je namelijk antwoord op het communicatieprobleem. Met je communicatie-advies help je het organisatieprobleem op te lossen. Het communicatieprobleem kun je formuleren als:

  • Welke kennis/houding/ gedrag wil je wanneer bereiken bij welke doelgroepen?

Deelvragen

In je advies zul je een Communicatie-plan geven, de kern hiervan is de Communicatie-strategie. Met je Communicatie-strategie beantwoord je de vraag uit Lasswell’s verbale communicatiemodel.

Voor het ontwikkelen van een effectieve Communicatie-strategie moet je oplossingen bedenken voor elk onderwerp uit Lasswell’s vraag. Die oplossingen zijn het meest effectief als ze gebaseerd zijn op feiten, feiten die je achterhaalt met onderzoek.

Zo kun je deelvragen formuleren bij elk onderwerp uit Lasswell’s vraag. Hiervóór zijn voorbeelden gegeven voor deze deelvragen.

Let op: Elke deelvraag kan het uitgangspunt zijn voor een of meerdere onderzoeken. Vaak worden verschillende deelvragen beantwoord door interviews en enquêtes te houden onder de doelgroepen. De bjibehorende interview- of enquêtevragen kunnen dan gecombineerd worden tot één interview of één enquête.

Afbakening

Beschrijf in de paragraaf over afbakening onder andere:

  • Wie: personen, afdelingen, vestigingen, afnemers etc. die onderzocht zullen worden
  • Welk product onderzocht zal worden; welke dienst, markt onderzocht zal worden.
  • Waar: Geografische afbakening; doe je het onderzoek voor heel Nederland of voor Europa, de wereld, etc.; of beperk je je tot Almere, Flevoland, etc.?
  • Wanneer: bijvoorbeeld binnen de 20 weken dat je project duurt.

Geef bij elk onderwerp aan: Waarom deze beperking?

Lasswell’s verbale Communicatiemodel

Hoofdonderzoek: outside-in & bottom-up

Het Hoofdonderzoek bestaat uit interviews en enquêtes met de doelgroepen (eventueel aangevuld met deskresearch en interviews met je opdrachtgever). Met de informatie uit dit Hoofdonderzoek vul je de elementen in van de Strategische Planning voor Content & Communicatie. Eventueel pas je de elementen aan die je in je Vooronderzoek had ingevuld.

Het Hoofdonderzoek gaat over het beantwoorden van de vraag:

  • Wat zijn mogelijk de beste Afzender, Boodschap, Media, Doelgroepen en Doelstellingen die je straks bij je Advies kunt gebruiken?

In je Advies ga je namelijk de vraag beantwoorden uit het Verbale Communicatiemodel van Lasswell.

In je Vooronderzoek heb je gekeken vanuit de opdrachtgever hoe je bovenstaande vraag kunt beantwoorden (inside-out). In je Hoofdonderzoek ga je de vraag vanuit de communicatiedoelgroepen beantwoorden. In je Advies bedenk je dan de meest effectieve manier om de doelgroep effectief te bereiken, passend bij de opdrachtgever.

Een sterk punt van jou als buitenstaander is, dat je onbevangen tegen de situatie kunt aankijken. Je kunt de situatie daarom van meerdere kanten bekijken, terwijl de opdrachtgever het probleem alleen vanuit zijn eigen perspectief ziet (inside-out).

Je onderzoek is erop gericht om empathie voor de doelgroep te ontwikkelen: begrijp hoe de ontvanger denkt en waarom hij zo denkt. Vaak is de doelgroep extern en dan kijk je dus outside-in, maar de doelgroep kan ook intern zijn en dan kijk je bottom-up.

Breng ook verhalen in kaart. Bijvoorbeeld het verhaal achter een merk, een product, een medewerker, iets wat een medewerker pas heeft meegemaakt, etc.  Deze verhalen kun je bij je advies gebruiken om content te creëren.

Top-down, Inside-out, Outside-in, Bottom-up.

1. Organisatorische & Strategische Uitgangspunten in Hoofdonderzoek.

Na je Vooronderzoek heb je de organisatie beter leren kennen en kun je er meer objectief naar kijken: vanuit verschillende kanten en niet alleen vanuit het inside-out perspectief van de opdrachtgever. Met deze objectieve kennis kun je de beschrijving van de Organisatorische & Strategische Uitgangspunten verbeteren. (Dit is te vergelijken met wat men in de rechtspraak en de journalistiek noemt ‘hoor en wederhoor‘.)

Dit is belangrijk voor je Advies, want als je in je Boodschap iets belooft, dan moet de organisatie het wél kunnen waarmaken; het moet bijvoorbeeld passen bij de Boodschap die de organisatie / het bedrijf / het merk bewust en onbewust uitzendt. Als er verschillende boodschappen worden uitgezonden kan er namelijk ruis ontstaan, doordat mensen ‘de verkeerde boodschap’ horen en erover gaan praten.

Analyses voor Missie, Visie & Kernwaarden

Het kan nuttig zijn om ook de ‘echte’ missie, visie & kernwaarden te achterhalen: wat vindt de organisatie écht. Want wat op de site en in drukwerk staat kan namelijk bedoeld zijn om een goede indruk te maken. 

Ze zéggen misschien dat ze verantwoord ondernemen belangrijk vinden vanuit hun overtuiging dat ze een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben, maar als je wat verder graaft kun je er achter komen dat ze eigenlijk vooral gericht zijn op geld verdienen en het maximaliseren van aandeelhouderswaarde.

De ‘echte’ missie, visie & kernwaarden onderzoek je met:

  • Interviews met managers en medewerkers: waarin geloven zij echt. Achterhaal wat zíj denken dat de organisatie wil zijn, en waarnaar de organisatie echt streeft. Dit doe je door dóór te vragen naar waaróm ze iets vinden.
  • Inhoudsanalyses en/ of Semiotische Analyses van teksten en beelden waarmee de organisatie zich presenteert: welke boodschap over zichzelf brengt de organisatie naar buiten; waar staat ze écht voor; welke waarden vindt ze écht belangrijk?

Concludeer uit het voorgaande welke boodschap/ verhaal de organisatie/ het bedrijf onbewust uitzendt.

Verbeterde Missie, Visie & Kernwaarden

Soms zijn de Missie, Visie en kernwaarden die het bedrijf/ de organisatie op de site of elders heeft staan niet zo goed geformuleerd. Geef dan een voorstel voor een verbeterde Missie, Visie en Kernwaarden.

2. Interne Analyse in Hoofdonderzoek.

Nu je de organisatie beter hebt leren kennen, kun je uitspraken doen over de cultuur. Dit is belangrijk voor je Advies, want als je in je Boodschap iets belooft, dan moet de organisatie het wél kunnen waarmaken. Ook moet het communicatiepan passen bij de cultuur. Bijvoorbeeld, als je wilt adviseren dat er meer interactie moet komen, dan betekent dat verschillende typen van verandering. Medewerkers moeten hiervoor tijd krijgen (dus een structuurverandering), maar misschien moeten medewerkers ook beter leren communiceren (cultuurverandering).

Bedrijfscultuur/ Organisatiecultuur

Identiteit weergeven in Spinnenweb etc.

Geef de Identiteit weer met behulp van één of meerdere van de volgende methodes:

3. Externe Analyse in Hoofdonderzoek: aanvullen met een blik vanuit de Doelgroep.

Je Hoofdonderzoek bestaat vooral uit het doen van interviews en het houden van een enquête om de externe doelgroepen te leren begrijpen: waarom doen ze wat ze doen? Lees het volgende over de Externe Analyse en concludeer welke vragen je moet stellen in de interviews en enquêtes. Lees ook Enquêtevragen voorbereiden.

Meso Omgeving: Positioneringsmatrix, outside-in

Bij de Meso Omgeving gaat het om ontwikkelingen in de directe omgeving van de organisatie. Vul je Vooronderzoek aan met de Positioneringsmatrix, outside-in.

Zie concurrenten als alternatieve aanbieders waaruit de doelgroep kan kiezen om in zijn behoefte te voorzien. Deze breng je in kaart door onderzoek te doen bij de doelgroep. Een goede manier om de resultaten van dit onderzoek te presenteren is de outside-in positioneringsmatrix. Zo visualiseer je de brein-positie ten opzichte van andere aanbieders in de evoked set/ consideration set.

Image, interview

Het is nuttig om het image in kaart te brengen met behulp van een Middel-Doelketen. Om het image van Merk Y te onderzoeken kun je bijvoorbeeld de volgende vragen stellen in je interview met de doelgroep:

  1. Noem de eerste drie merken die bij u opkomen in branche X.
  2. Noem de eerste drie woorden die bij u opkomen als u aan Merk Y denkt.
  3. Welke producten / diensten biedt merk Y aan? OF Wat weet u van merk Y? OF Kent u … van merk Y?
  4. Omcirkel de 5 woorden die u het best vindt passen bij merk Y. [Deze 5 woorden zijn bijvoorbeeld kernwaarden van het merk, aangevuld met kernwaarden van concurrenten.]
  5. Waarom vindt u deze woorden het best passen? (Probeer er een Laddering interview van te maken.)

Image, enquête

In je enquête kun je vervolgens de uitkomsten van de interviews kwantificeren: hoe vaak komen ze voor in de doelgroep?

Het is bijvoorbeeld een goed idee om scores te laten geven voor de meest genoemde woorden die bij de geïnterviewden opkomen als ze aan Merk Y denken. In de enquête kan de respondent dan per woord een cijfer van 0 tot 10 geven: 0 past helemaal niet bij Merk Y, 10 past helemaal bij Merk Y. In plaats van een cijfer kun je ook een 5-puntsschaal of een 7-puntsschaal (Likert-schaal) laten invullen. (Deze manier van beantwoorden kun je ook bij andere vragen in de enquête toepassen.) Dit is een goede voorbereiding op de Gap-analyse.

Image weergeven in Spinnenweb etc.

Geef het Image weer met behulp van één of meerdere van de volgende methodes:

Positioneringsmatrix, outside-in

4. Confrontatie in Hoofdonderzoek: Gap-analyse.

Nadat je Image en Identiteit hebt weergegeven in een ‘Spinnenweb’, ‘Slang’, plaatje of Top 7, kun je een Gap-analyse toepassen en de belangrijkste ‘gap’ bepalen. In principe ga je met je Communicatieplan, Contentplan of Brandingplan deze Gap dichten.

Imago aanpassen of Identiteit aanpassen, of iets anders?

Als je een Gap vaststelt tussen het Bestaande Image en de Bestaande Identiteit, dan kun je verschillende adviezen geven voor een Gewenst Imago of een Gewenste Identiteit (of slechts communicatie/ content verbeteren). Vos en Schoemaker (2007) geven hiervoor de volgende mogelijkheden:

In overeenstemming met de IdentiteitVerschillend tov de Identiteit
Negatief ImagoIdentiteit veranderen.Communicatie kan verbetering teweeg brengen.
Positief ImagoZo doorgaan, maar alert blijven.Riskant, identiteit ontwikkelen.

Gap dichten met boodschap en campagne

  1. Bedenk een boodschap: welke kennis en houding over het merk (identiteit) moet de ontvanger krijgen om het Gewenst Imago te vormen? Welk kenmerk van het merk moet de ontvanger gaan associëren met het merk? Dus: wat moet de ontvanger weten/ geloven, wat wordt de boodschap?
  2. Bedenk een communicatieplan om de boodschap over te brengen.

Met het bedenken van een boodschap en het bedenken van een communicatieplan ben je begonnen aan de Creatieve Fase. Lees hieronder meer hierover.

Creatieve Fase

In de Creatieve Fase ga je oplossingen bedenken. Meestal resulteert dit in een Advies, maar je kunt ook Design Thinking toepassen en oplossingen in een interactief proces met de doelgroep steeds verder verbeteren. Het advies, het bedenken van oplossingen en het onderzoeken van de effectiviteit lopen dan enigszins door elkaar.

Begin de Creatieve Fase met het ontwikkelen van zoveel mogelijk opties. Leg al je opties vast, bijvoorbeeld in een aantekenschrift. (TIP: zorg dat je altijd een aantekenschrift bij je hebt, zodat je al vanaf het begin van een nieuw project je idee”en kunt vastleggen. Een aantekenschrift kan van papier zijn, maar het kan ook in je telefoon zitten.) Leg ook opties vast die onrealistisch lijken, want enerzijds kun je ze misschien aanpassen tot iets realistischer, anderzijds kunnen ze inspireren tot het bedenken van meer realistische oplossingen.

In een later stadium gooi je de minder goede ideeën weg en en ga je door met de mogelijke opties. Deze opties kun je weer verder selecteren, op manieren die verderop beschreven zijn. Het ontwikkelen van zoveel mogelijk ideeën heet divergeren, het terugbrengen naar enkele of zelfs maar één optie heet convergeren.

Creatief proces: divergeren & convergeren.

5. Opties ontwikkelen, voor Communicatiestrategie, Contentstrategie en Brand Strategy. 

Communicatiestrategie

De kern van je Communicatieplan is je Communicatiestrategie. In je Communicatiestrategie geef je antwoord op de vraag uit het verbale Communicatiemodel van Lasswell: ‘Who says what, in which channel, to whom, with what effect?‘. Je Communicatiestrategie is een creatieve oplossing, in je Communicatieplan maak je die concreet. (Zie ook: Waarom Lasswell’s model achterhaald, maar tóch bruikbaar is.)

Concreet moet je de volgende 5 vragen beantwoorden in je Communicatiestrategie:

Inspiratie: enige bekende communicatiestrategieën:

Creatief Concept ontwikkelen

De kern van je Communicatiestrategie is je Creatief Concept, je Creatieve Idee, het Grote Idee, ofwel ‘Big Idea’; de ‘truc’ die ervoor gaat zorgen dat de doelgroep gaat denken/ vinden/ doen wat jij wilt. Deze kun je ontwikkelen door de stappen te volgen en de hulpdocumenten te downloaden en gebruiken op: Creatief Concept beginnen.

Effectieve Communicatiestrategie en Contentstrategie ontwikkelen met behulp van ‘De Fuik’

Contentstrategie

De Content Circle van Michels wordt vaak gebruikt voor het ontwikkelen van een contentstrategie en bestaat uit de volgende 7 stappen:

1. Bepaal het CommunicatiedoelWat wil je bereiken?
2. Omschrijf de persona’sTegen wie praat je?
3. Formuleer het kernthema en de topicsWat ga je communiceren?
4. Creëer een platformWaar post je?
5. Maak een contentkalenderWanneer praat je?
6. Stimuleer de interactieHoe blijf je in gesprek?
7. Monitor de activiteitenWat gaat goed, wat kan beter?
Content circle (Michels 2019)

Total Content

Om de doelgroep maximaal te beïnvloeden met behulp van communicatie en content kun je het best zoveel mogelijk zintuigen van de doelgroep bespelen. Hiervoor moet je zoveel mogelijk kanalen inzetten, zo kun je de ervaring van de ontvanger vergroten. Door de ervaring beïnvloed je namelijk zijn houding en die beïnvloedt het gedrag.

Content wordt meestal opgevat als tekst & beeld. Maar je kunt content ook heel breed opvatten als Total Content:

Total Content bestaat naast tekst & (bewegend) beeld, ook uit alle andere kanalen (zoals geluid, geur, tast, etc. ) waarmee zintuigen zijn te bespelen, en waarmee een merk een boodschap uitzendt, online en offline, bewust en onbewust.

Total Content: 2D, 3D en 4D

Total Content strekt zich uit over media in diverse dimensies:

  • 2D, twee-dimensionaal, het platte vlak: beeldscherm en papier.
  • 3D, drie-dimensionaal, de ruimte. Een plat vlak is nooit echt helemaal plat; ook een laptop, tablet, telefoon en tv zijn een soort drie-dimensionale kastjes; zelfs een vel papier heeft een bepaalde dikte, dit valt vooral op bij een dik boek. 3D kun je verdelen in:
    • Design. Ontworpen objecten die kleiner zijn dan de mens, zoals: verpakkingen, producten, meubels, mode, etc.
    • Architectuur. Ontworpen objecten die groter zijn dan de mens, zoals: huizen, gebouwen, wegen, landschappen, tuinen, interieurs van huizen, winkels, kantoren etc.
  • 4D, vier-dimensionaal, ruimte plus tijd. Aan content besteedt de ontvanger een bepaalde hoeveelheid tijd:
    • 1. Ernaar kijken, het lezen, luisteren, ruiken etc.
    • 2. Terugdenken aan wat hij heeft gezien, gelezen etc.
    • 3. Erover praten, delen via social media etc.
    • 4D gaat dus over ervaren: de tijd die de ontvanger besteedt aan het consumeren van de content.
    • Een pretpark zoals Disneyland is helemaal ingericht op het ervaren, terugdenken en delen van de Totale Content. Maar ook winkels zij ingericht voor het creëren van een optimale ervaring. En ook kantoren kunnen worden ingericht om de ervaring te optimaliseren.
Kanaal binnen de ContentToepassing door Merk
Tekst– Merknaam
– Slogan
– Teksten op site, in advertenties, folders, jaarverslag, etc.
Beeld: 2D
– Grafische vormgeving
– Film
– Logo
– Huisstijl-elementen
– Visual Identity
– Vormgeving van site, advertenties, folders, jaarverslag, etc.
– Commercial, bedrijfsfilm, etc.
Beeld: 3D
– Product Design
– Architectuur
– Product Design
– Architectuur van gebouwen
– Interieurontwerp van winkels, kantoren, etc.
Beeld: 4D
– Tijd
– Routing door winkel, gebouw etc.
– Offline Customer Journey
– Online Customer Journey
Geluid– Herkenningstune
– Muziek in film, commercial, etc.
– Geluiden die producten maken bij indrukken van knoppen, openen van deuren, etc.
Interactie– Verschillende niveaus van interactie. Zie Interactieladder.
Geur– Geur van nieuw product.
– Geur in winkel, kantoor, etc.
Tast– Hoe het oppervlak aanvoelt van een product, papier, etc.
Gewicht– Gewicht van Product. (Een zwaar product, zwaar papier wordt meestal ervaren als kwalitatief beter.)
Context– Context waarin de content wordt gepresenteerd. Zie: Context Creëren.
– Context die de ontvanger zelf meeneemt (voorgaande ervaringen, culturele achtergrond etc.). Zie: Het Perceptieproces.

Lees meer:

Brand Strategy

Elk bedrijf / organisatie heeft een naam dus een Corporate Brand. Vaak heeft ze bovendien afdelingen en / of merken voor specifieke doelgroepen. De relatie tussen het Corporate Brand en andere merken kan de organisatie op verschillende manieren laten zien; in de merkstructuur ofwel identiteitsstructuur. 

Merkstructuur en identiteitsstructuur zijn statisch. Maar als de organisatie er iets mee wil bereiken, als ze er iets mee wil doen, dan heeft ze een plan, in dit geval een plan op strategisch niveau. We spreken dan over een merkstrategie. De begrippen merkstructuur, identiteitsstructuur en merkstrategie worden vaak door elkaar gebruikt. (Zie ook: Identiteitsstructuur, Merkstructuur, Merkstrategie.)

Veel gebruikte merkstructuren

source: https://adpearance.com/blog/creating-logos-for-a-brand-family

Opties selecteren

Geef elke optie plussen en minnen: — / – / 0 / + / ++

Geef de plussen en minnen aan de volgende criteria:

  • Geschiktheid
  • Haalbaarheid
  • Aanvaardbaarheid
  • Mate en aard van benodigde verandering
  • Invoeringsduur
  • Kosten

Onderbouw waarom je deze plussen en minnen geeft. Het is aan te raden om de plussen en minnen niet in je eentje toe te kennen, maar met anderen samen. Zo ontstaat intersubjectiviteit. Als je de opdrachtgever betrekt bij het toekennen van plussen en minnen, bouw je bovendien aan draagvlak voor je Advies.

Meer over Opties Selecteren:

6 Het Communicatieplan, Contentplan & de Branding Strategy

Planning van de Uitvoering

7 Implementatieplan maken.

Onderzoekrapport & Advies

Onderzoekrapport

In de Onderdelen 1 t/m 5 is beschreven wat je zou moeten doen in je Vooronderzoek en Hoofdonderzoek. Maak hiervan een Onderzoekrapport, voordat je aan de Creatieve Fase begint. Sluit je Onderzoekrapport eventueel af met een Creatieve Briefing.

Grofweg is het verslag van je Vooronderzoek het hoofdstuk over de Probleemanalyse, en het verslag van je Hoofdonderzoek is het hoofdstuk over de Onderzoeksresultaten. Gevolgd door een hoofdstuk over conclusies uit de onderzoeksresultaten.

Ook heb je aan het begin van je project al een Theoretisch Kader opgesteld waaruit je de Deelvragen hebt geconcludeerd. De Deelvragen vormen de structuur voor je Onderzoeksverslag, dus zet deze in dit verslag. (Het Theoretisch kader kan in de Bijlagen.)

Voorafgaand aan je Hoofdonderzoek heb je een Onderzoeksopzet opgesteld, waarin je beschrijft hoe je elke Deelvraag wilt gaan beantwoorden. Bediscussieer aan het eind van je verslag zaken als betrouwbaarheid en validiteit van je onderzoeksresultaten. Als het goed is, heb je in je Onderzoekontwerp beschreven hoe je betrouwbaarheid en validiteit hebt geprobeerd te waarborgen, nu kun je in de discussie erop reflecteren, hoe goed dit is gelukt, wat beter had gekund en eventueel wat je een volgende keer anders zou doen.

Voor de leesbaarheid is het een goed idee om Theoretisch Kader en Onderzoeksopzet in de Bijlagen te zetten, maar je kunt ze ook in je Onderzoeksrapport zetten.

Let er wel op dat je de Onderzoeksopzet nu beschrijft in de verleden tijd, want het onderzoek is al achter de rug!

Zo kom je tot het volgende:

Inhoudsopgave Onderzoeksverslag

  • Voorwoord
  • Samenvatting
  • Inleiding
  • Probleemanalyse
  • Onderzoeksresultaten
  • Conclusie
  • Discussie
  • Bronnenlijst
  • Bijlagen
    • Theoretisch Kader
    • Onderzoeksopzet
    • Interview-verslagen
    • Enquêteverslagen
    • etc.

Hoofdstuk Onderzoeksresultaten

Begin het hoofdstuk over je Onderzoeksresultaten met een korte introductie. Herhaal hierin onder andere de Probleemstelling/ Hoofdvraag.

Structureer vervolgens dit hoofdstuk in paragrafen, waarbij je elke deelvraag beantwoord in een afzonderlijke paragraaf. Als volgt:

Deelvraag 1

Maak een aansprekende paragraaf-titel die de essentie van de deelvraag weergeeft.

Onder de titel geef je de onderzoeksresultaten die horen bij het beantwoorden van deze deelvraag.

Conclusie Deelvraag 1

Je kunt de paragraaf afsluiten met een deel-conclusie: het antwoord op deze deelvraag. Dit antwoord geef je door de gepresenteerde onderzoeksresultaten te interpreteren.

Een conclusie is dus iets anders dan een samenvatting: in een samenvatting herhaal je de belangrijkste punten, maar je voegt geen nieuwe informatie toe; in een conclusie voeg je jouw eigen – subjectieve – interpretatie toe, maak deze wel zo objectief mogelijk door uit te leggen WAAROM je dit concludeert.

Deelvraag 2 en verder

Maak een aansprekende paragraaf-titel etc., zoals hiervoor beschreven bij Deelvraag 1.

Conclusie

Beantwoord hier de Probleemstelling/ Hoofdvraag van het onderzoek. Dit kun je doen door een eind-conclusie te trekken uit de voorgaande deel-conclusies.

Discussie

Beschrijf in de paragraaf over de discussie:

  • Hoe groot is uiteindelijk de Bruikbaarheid, Betrouwbaarheid & Validiteit van het onderzoek? (In je Onderzoekontwerp – zij Bijlage – heb je namelijk beschreven hoe je van plan was om betrouwbaarheid, validiteit, bruikbaarheid zo groot mogelijk te maken. Nu kun je hierop reflecteren.)
  • Is er sprake van bias; hoe dan?
  • Welke factoren hebben ervoor gezorgd dat de Betrouwbaarheid & Validiteit niet optimaal is?

Bronnenlijst

  • Vermeld hier alleen de bronnen waarnaar je in het rapport verwijst.
  • Gebruik APA.

Adviesrapport

Voor het verslag van je Advies zijn verschillende mogelijkheden, zoals:

  • Onderzoek- & Adviesrapport in één document.
  • Onderzoekrapport + Adviesrapport als twee afzonderlijke documenten.
  • Onderzoekrapport + Advies in een creatievere vorm, zoals infographic, poster-presentatie, PowerPoint-presentatie, etc.

In het Advies maak je duidelijk hoe Communicatie, Content en / of Branding kunnen bijdragen aan het oplossen van het Organisatieprobleem.

Implementatierapport

Ook voor het presenteren van je Implementatieplan zijn verschillende mogelijkheden, zoals:

  • Opnemen als onderdeel van het Onderzoek- & Adviesrapport.
  • Opnemen als onderdeel van het afzonderlijke Adviesrapport.
  • Afzonderlijk Implementatierapport (eventueel met een samenvatting in de creatievere vorm van het Adviesrapport).

Kritische noot

Planningsproces gaat uit van ‘maakbaarheid’

Het woord ‘planningsproces’ suggereert dat communicatie en content te plannen zijn. En bij ‘content’ is dat ook wel zo, want content kan gecreëerd worden en vervolgens via media gedistribueerd. Maar wat er daarna met die content gedaan wordt, dat is helemaal niet zeker. Gaan mensen de content liken en delen? Snappen ze de content wel? Halen ze de boodschap eruit die jij als zender erin wilde leggen?

Het begrip ‘communicatie’ gaat wat verder dan het begrip ‘content’. ‘Communicatie’ veronderstelt namelijk niet alleen het ‘zenden’ maar ook het ‘ontvangen’ van een boodschap (die boodschap is verpakt in content). Liefst wil de zender dat de gezonden boodschap begrepen wordt zoals hij hem had bedoeld en dat de boodschap zelfs het gewenste effect heeft. Het gewenste effect is het veranderen van kennis, houding en/ of gedrag; het gewenste effect kan zelfs zijn dat mensen zich met een merk of met elkaar verbonden voelen.

Communicatie kan dus betekenen ‘Informatie uitdelen‘, maar ook ‘Informatie met elkaar delen.’

In praktijk komt de boodschap vaak níét over zoals de zender bedoeld had en treedt het gewenste effect nauwelijks op. Het plannen van het zenden van content en een boodschap lukt dus wel, de planning kan zelfs worden gerealiseerd, maar dit levert vaak niet het gewenste resultaat op.

Dit is te vergelijken met wat veldmaarschalk Von Moltke opmerkte over het maken van plannen voor een veldslag. De werkelijkheid is veel onvoorspelbaarder en ongrijpbaarder dan wat je vanachter een bureau kunt plannen.

No plan survives contact with the enemy. – Helmuth Karl Bernhard von Moltke

Het planningsproces suggereert dus een logische vertaling van plannen op Strategisch Niveau naar plannen op Tactisch Niveau en vervolgens naar Operationeel Niveau, maar de werkelijkheid is weerbarstiger. Communicatie ís namelijk niet helemaal te plannen en zeker niet één kant op: van zender naar ontvanger, ofwel van de directie naar de doelgroep.

Communicatie zou twee kanten moeten op gaan, er zou dialoog en interactie moeten zijn tussen Strategisch Niveau, Tactisch Niveau en Operationeel Niveau.

Helmuth Karl Bernhard von Moltke – Kunstverlag der Photographischen Gesellschaft Berlin
Interactieladder